postimpressionisme

1884-1900

Het begrip postimpressionisme verwijst naar het werk van kunstenaars die eind 19e eeuw de nieuwe avant-garde vormden. Na de nieuwe beeldtaal van de impressionisten experimenteerden zij met vorm, lijn, kleur en technieken om meer expressie of een nieuwe inhoud van hun kunst te verbeelden.

De kleine groep kunstenaars die tot het postimpressionisme worden gerekend, bestond uit Georges Seurat en Paul Signac, Vincent van Gogh, Paul Gauguin en Paul Cézanne.

Seurat en Signac diepten het onderzoek naar de waarneming van kleur verder uit.

Van Gogh, Gauguin en Cézanne legden de basis voor nieuwe richtingen in de schilderkunst. Zij reageerden op de oppervlakkige inhoud van het impressionisme, want daarbij had men vooral aandacht voor het visuele. Deze postimpressionisten hadden meer belangstelling voor de vorm en inhoud, maar zij bouwden wel voort op het kleurgebruik van de impressionisten. Deze schilders werden daarnaast beïnvloed door Japanse en Afrikaanse kunst.

postimpressionisme:
  • verschillende reacties op het vluchtige en 'vormeloze' van het impressionisme 
  • verschillende beeldende uitingen, men zoekt naar een werkelijkheid die verder reikt dan wat het oog kan waarnemen
  • men gaat kunst meer benaderen als autonoom: de kunst van de postimpressionisten heeft nog wel een relatie met de zichtbare werkelijkheid, maar kleuren en vormen worden dragers van een eigen betekenis.
pointillisme

Het pointillisme (point = punt) ging door op de uitgangspunten van het impressionisme: de wereld is zichtbaar doordat het licht kleuren zichtbaar maakt. De benadering van Georges Seurat (1859-1891) en Paul Signac (1863-1935) was echter theoretischer: in plaats van de snelle kleurtoetsen van de impressionisten bouwden zij hun voorstellingen op met kleine stipjes kleuren. Kleuren werden niet op het palet of doek gemengd. Op enige afstand bekeken worden deze kleurige toetsen als een kleurvlak gezien. De theorie was dat de kleuren zo zuiverder zouden overkomen, 'optische kleurmenging' zou de kleurintensiteit niet aantasten.
Georges Seurat  - baders   -  zondagmorgen aan de Grande Jatte  1884
Paul Signac -het ontbijt 1887    Theo van Rysselberghe - portret van Paul Signac  1896
De schilders Seurat en Signac werkten (op grote doeken) vanuit de kleurtheorie, het was een wetenschappelijke benadering. De werkwijze leidde vooral bij Seurat tot een gestileerd resultaat, de figuren lijken bewegingsloos.
Veel schilders probeerden dit pointillisme uit, dat ook wel divisionisme of luminisme werd genoemd. Omdat de werkwijze arbeidsintensief is en de theorie voor de meesten te dogmatisch bleek, zijn Seurat en Signac de belangrijkste representanten van het pointillisme gebleven.

pointillisme:
  • objectief onderzoek naar de werking van kleur
  • voorstellingen als de impressionisten: alledaagse onderwerpen, recreërende mensen
Bekijk op Pinterest pointillistisch werk van Seurat en Signac, en van de Belgische kunstenaar Theo van Rysselberghe.

Vincent van Gogh (1853-1890) 

Van Gogh werd geboren in het Brabantse Zundert, waar zijn vader predikant was. Hoewel hij aanvankelijk ook dominee wilde worden, besloot hij later het leven van de arme boeren in beeld te brengen. In den Haag volgde hij schilderlessen bij Anton Mauve. Het sociale aspect van het Realisme van Millet, die het boerenleven op doek vastlegde, werd voor Van Gogh een groot voorbeeld. Ook Japanse prenten waren een inspiratiebron voor hem. Hij maakt talloze studies van het leven van boeren en wevers en schilderde in 1885 drie versies van de aardappeletersVan Gogh wilde in navolging van Millet een heel realistisch 'boerenschilderij' te maken zonder de werkelijkheid te idealiseren. Voor de gezichten koos hij 'de kleur van een goed stoffige aardappel, ongeschild natuurlijk'.
Vincent van Gogh  -  drie paar schoenen  - studie voor de aardappeleters KMM
Het jaar daarop ging Van Gogh bij zijn broer in Parijs wonen, waar Theo Van Gogh in een dependance van kunsthandel Goupil werkte. Hier veranderde Vincents schilderstijl: donkere kleuren maakten plaats voor een helder kleurgebruik, nadat hij kunstenaars als Seurat, Signac, Henri de Toulouse Lautrec en Paul Gauguin had ontmoet. Van Gogh maakte in Parijs kennis met de jongste ontwikkelingen in de schilderkunst en ontwikkelde daar een eigen stijl. 
In 1888 vertrok hij naar Arles, waar Paul Gauguin zich enige weken bij hem voegde. Van Gogh schilderde nu niet meer als een realist naar de waarneming, maar wilde vooral de expressie van zijn werk versterken met kleur. Hij bracht contrasten als rood en groen, oranje en blauw en krachtige vormen dik op het doek aan. Dit deed hij met korte, onregelmatige toetsen en koos de kleur niet altijd in overeenstemming met de werkelijkheid.
Vincent van Gogh - caféterras   - slaapkamer te Arles  - detail van het bed in zijn slaapkamer Musée d'Orsay
Van Gogh verkocht tijdens zijn leven maar twee schilderijen. Gekweld door zijn gevoelens liet hij zich opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis in Arles, en verhuisde vervolgens naar Auvers sur Oise. Hier maakte hij in razend tempo schilderijen en tekeningen, waaronder het Korenveld met kraaien dat een voorbode leek voor Vincents einde. In 1890 werd Van Gogh met een schotwond gevonden in de korenvelden van Auvers. Een paar dagen later overleed hij. Het wapen en zijn schildersspullen zijn nooit teruggevonden en tot op heden is de oorzaak van zijn dood een mysterie.
Van Goghs laatste schilderij was Boomwortels. Dit niet afgemaakte landschap van verminkte boomwortels met contrasterende kleuren en grillige vormen is bijna abstract.
Vincent van Gogh - korenveld met kraaien  -  boomwortels  1890
Voor Vincent van Gogh was schilderen niet het weergeven van de zichtbare wereld om hem heen, maar het zichtbaar maken van de wereld zoals hij die beleefde: 
  • subjectief weergeven van persoonlijke gevoelens 
  • Vincent van Gogh was een voorloper van het expressionisme
Bekijk meer werk van Vincent van Gogh op Pinterest.

Paul Gauguin (1948-1903) 

De Fransman Gauguin was een succesvolle beursmakelaar en kunstverzamelaar. Nadat in 1882 de beurs instortte, liet de berooide Gauguin zijn gezin achter om te gaan schilderen in Parijs. 
Bij de impressionisten vond hij echter geen aansluiting. In 1886 werkte hij samen met Émile Bernard en Paul Sérusier in Bretagne (School van Pont-Aven). Deze groep schilders noemde zich Les Nabis (de profeten). Hun onderwerpen waren ethisch en religieus getint, in een door contouren bepaalde stijl die de rust en eenvoud van het boerenleven moest weergeven. Zo laat Het visioen na de preek uit 1888 een bijbelse scène zien waarin Jacob worstelt met een engel. Biddende Bretonse vrouwen in klederdracht staan tegen een felrode achtergrond, de compositie wordt bepaald door een diagonale boomstam.

Gauguin en Bernard noemden deze stijl met door lijnen afgebakende kleurvlakken synthetisme of cloisonnisme. Zij namen afstand van het naturalistische schilderen, omdat zij wilden dat een kunstwerk gezien zou worden als een schepping van de geest. Voor hen ging het niet om pure waarneming, een schilderij moest ook emotie oproepen. Geïnspireerd door de opvatting van kunstenaars uit de romantiek, vonden Gauguin en Les Nabis verbeeldingskracht het belangrijkste aspect van kunst. Kunstenaars zouden vanuit hun verbeelding moeten schilderen in plaats van uit observatie.
Paul Gauguin -Bretonse vrouwen  - Gele Christus 1889  - zelfportret met gele Christus  1889 
De Nabis vonden dat de vervreemding die vereenvoudigde voorstellingen oproepen, het subjectieve karakter versterkt. Door een persoonlijke interpretatie van de voorstelling gaven zij het schilderij meer zeggingskracht. De stijl kreeg veel navolging tussen 1888 en 1894. Les Fauves ontwikkelden hieruit tussen 1898 en 1908 de heldere kleurvlakken van het Franse expressionisme. Kleur zou door hen als autonoom beeldend middel worden toegepast.

Na 1888 noemt Gauguin zichzelf echter symbolist. Hij wilde hij vooral het onzichtbare weergeven, stemming en gevoelens oproepen. Naast schilderijen maakte Gauguin ook houtsneden omdat de directheid van de techniek hem aansprak. Hij verdiende echter nauwelijks iets met zijn kunst. 
Op uitnodiging van Van Gogh, die Gauguin financieel steunde, ging hij naar Arles om daar samen te schilderen. Zij maakten in Arles veel schilderijen, maar de samenwerking werd geen succes: Gauguin was in deze tijd -net als Van Gogh- depressief en deed een zelfmoordpoging. Hij zou ook degene zijn geweest die tijdens een ruzie een oorlel van Van Gogh heeft afgesneden.
Paul Gauguin - landschap bij Arles 1888 -  wasvrouwen in Arles 1888  -  portret van Vincent, zonnebloemen schilderend 1888
In 1891 vertrok Gauguin naar Polynesië om te ontsnappen aan de westerse samenleving. Hij hoopte op in de Stille Oceaan een pure, onbedorven cultuur en natuur te vinden zoals deze was beschreven door Jean-Jacques Rousseau. In Polynesië gaf Gauguin zijn doeken titels als 'Waar komen we vandaan? Wie zijn wij? Waar gaan we heen?' en schilderde een wereld met sprookjesachtige planten, dieren en symbolen uit de Polynesische godsdienst. De magische religie boeide hem, en de eenvoudige levensomstandigheden zag hij als het echte leven dat in Europa niet meer te vinden was. 
Paul Gauguin  - Fatata te Miti (bij de zee) 1892  -  Waar komen wij vandaan? Wie zijn wij? waar gaan wij heen? 1897 
  • weergeven van gevoelens en gedachten door allegorische en symbolische voorstellingen. 
  • grote ongebroken kleurvlakken van ongemengde kleuren, sterk vereenvoudigde vormen (soms met donkere contouren) en weinig perspectivische dieptewerking. 
  • Paul Gauguin wordt gezien als een vertegenwoordiger van het symbolisme en als voorloper van het Franse expressionisme.
De Nabis vormden van 1888 tot 1900 een groep. Leden van deze groep waren Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Paul Sérusier, Maurice Denis, en Félix Vallotton. Zij waren geïnspireerd door de expressieve 'synthetische' stijl, maar ook door Japanse prenten en de Art Nouveau. Ze verbeeldden vooral mystieke Christelijke taferelen. De betekenis en kwaliteit van het schilderij werd naar hun opvatting echter niet bepaald door het onderwerp, maar door de compositie in het platte vlak en de onderlinge verhoudingen. Dit was een baanbrekende opvatting waarmee men vooruit liep op de 20e eeuwse abstracte kunst.

Meer werk van Gauguin en de Nabis is te bekijken op Pinterest.

Paul Cézanne (1839-1906) 

Cézanne was niet geïnteresseerd in de vluchtige kwaliteit van het licht en het vergankelijke moment, zoals de impressionisten, maar in de structuren in de natuur. Hij realiseerde zich ook dat het perspectief verandert als de schilder zijn hoofd beweegt. In sommige stillevens is goed te zien dat Cézanne speelt met de perspectivische standpunten binnen één voorstelling. We kijken links meer bovenop de tafel dan rechts, ook de blauwe pot zien we vanuit een hoger standpunt.
Paul Cézanne  -stilleven met fruitmand
Ook ontwikkelde hij de 'passagetechniek', waarbij kleurvlakjes over de contourlijn van de vorm heen gezet worden. Cézanne begrensde vormen soms met een duidelijke contour, om op andere plaatsen kleurtoetsen in elkaar over te laten lopen. Zo speelde hij met het effect van ruimtelijkheid in het schilderij. De kleurtoetsen zweven als het ware over de vormen, details verdwijnen, maar de structuren in de voorstelling worden geaccentueerd. Zijn werk werd steeds abstracter in dit onderzoek naar de waarneming van de werkelijkheid. Het onderzoekende aspect in Cézannes werk is af te lezen is de serie schilderijen die hij maakte van de Mont Sainte Victoire, een berg bij zijn woonplaats Aix-en-Provence.
Paul Cézanne op pad met zijn schilderskist   -  Mont Sainte Victoire   - bos bij Aix 1900
Cézanne zocht in de vormen in zijn stillevens en landschappen steeds een basisvorm (kubus, kegel of cilinder). Als hij een landschap schilderde, gaf hij geen exacte weergave van wat hij zag maar hij 'herschikte de natuur tot een evenwichtige, harmonische ordening'. Hij keek vooral naar de structuur van de vormen, vanuit de overtuiging dat '...elke natuurvorm is terug te brengen tot kubus, kegel of cilinder'.
  • gerichtheid op de structuur van de vorm 
  • Paul Cézanne is een voorloper van het kubisme. Kenmerken als het gebruik van meervoudig perspectief en het abstraheren van de natuur tot geometrische vormen werden later ook door de kubisten toegepast 
Aan de hanteringswijze van de verf kun je de persoonlijke zoektocht van de postimpressionisten aflezen: 
Seurat en Signac analyseren heel wetenschappelijk met zorgvuldige, kleine puntjes kleur 

Van Gogh brengt de verf met krachtige penseelstreken op om zijn gevoelens uit te drukken 

Gauguin zet de kleur in contrastrijke, kleurige vlakken op om een exotische sfeer te creëren 

Cézanne werkt met halftransparante verftoetsen, op zoek naar de structuur, de basisvormen