Rond 1850 werd de Britse schilderkunst gedomineerd door de behoudende Royal Academy of Arts. Op exposities waren voornamelijk genreachtige taferelen te zien in donkere, bruinachtige tinten. Een groep recalcitrante Engelse schilders verzette zich daartegen, zij werkten vanuit dezelfde intenties als de Arts & Crafts beweging.
Zij noemden zich de 'Pre-Raphaelite Brotherhood' en werden gesteund door Engelands meest invloedrijke criticus, John Ruskin. Zij wezen de officiële, academische stijl af, en verwezen naar de kunst uit de tijd van voor Rafaël (de late Middeleeuwen) in een realistische stijl. Ze kozen betekenisvolle onderwerpen met een spirituele, symbolische of romantische inhoud. De Vlaamse Primitieven waren een belangrijk voorbeeld.
Na 1870 werd de beweging de 'aesthetic movement' genoemd.
Na 1870 werd de beweging de 'aesthetic movement' genoemd.
kunstenaars:
William Holman Hunt
William Holman Hunt
William Morris (hij maakte maar één schilderij, hij kwam daarin tot de conclusie dat hij niet kon schilderen)
Dit schilderij is een illustratie bij een romantisch gedicht van Alfred Tennyson over de The Lady of Shalott. Tennyson heeft met zijn gedichten veel kunstenaars geinspireerd. Zijn verhalen spelen zich af in de tijd van koning Arthur. Zijn verhaal over de Lady of Shalott gaat als volgt:
De Lady woont in de torenkamer van een kasteel, op een eiland in de rivier die naar Camelot stroomt. Ze leeft daar geisoleerd, zonder contact met de buitenwereld. Door een vloek moet zij voortdurend aan een magisch kleed blijven weven en ze mag niet naar de buitenwereld kijken. Gelukkig heeft ze wel een spiegel waarin ze de mensen kan zien die onderweg zijn zijn naar Camelot. Op een dag komt daar Sir Lancelot voorbij. De Lady ziet hem en wordt op slag verliefd. De spiegel breekt, waarop zij uit het raam kijkt en daarmee de vloek in werking zet. Ze gaat naar buiten, vindt een boot en vaart de rivier af naar Camelot. Tragisch genoeg sterft ze, voordat ze Camelot bereikt.
De Lady woont in de torenkamer van een kasteel, op een eiland in de rivier die naar Camelot stroomt. Ze leeft daar geisoleerd, zonder contact met de buitenwereld. Door een vloek moet zij voortdurend aan een magisch kleed blijven weven en ze mag niet naar de buitenwereld kijken. Gelukkig heeft ze wel een spiegel waarin ze de mensen kan zien die onderweg zijn zijn naar Camelot. Op een dag komt daar Sir Lancelot voorbij. De Lady ziet hem en wordt op slag verliefd. De spiegel breekt, waarop zij uit het raam kijkt en daarmee de vloek in werking zet. Ze gaat naar buiten, vindt een boot en vaart de rivier af naar Camelot. Tragisch genoeg sterft ze, voordat ze Camelot bereikt.
Waterhouse heeft drie schilderijen gewijd aan dit verhaal.
- Op het eerste doek “ik ben ziek van de schaduwen, zegt de Lady of Shalott’ is de spiegel duidelijk te zien. Het innerlijke verzet tegen haar lusteloze situatie is aan haar houding af te lezen.
- Het tweede schilderij heet ‘De Lady van Shallot kijkt naar Lancelot’. Ze wordt uit haar overpeinzingen wakker geschud als ze hem ziet, de spindraden lijken haar ook gevangen te houden… in de gebarsten spiegel achter haar zijn nog net een ridderhoofd en een lans te zien.
- Op het derde schilderij (hierboven) is zij in de boot gestapt. Van de drie (levens)kaarsen op de voorplecht zijn er al twee gedoofd. De blik in haar ogen is gekweld, ze staart naar de crucifix voor haar. Haar mond staat een beetje open ‘...as she sings her last song’. Haar rechterhand laat de ketting los waarmee de boot vast ligt...
She was more fair than words can say;
Barefooted came the beggar maid
Before the king Cophetua.
In robe and crown the king stept down,
To meet and greet her on her way;
‘It is no wonder,’ said the lords,
‘She is more beautiful than day.’
As shines the moon in clouded skies,
She in her poor attire was seen;
One praised her ankles, one her eyes,
One her dark hair and lovesome mien.
So sweet a face, such angel grace,
In all that land had never been.
Cophetua sware a royal oath:
‘This beggar maid shall be my queen!’
De Afrikaanse koning Cophetua zit aan de voeten van de bedelares en kijkt naar haar op. Zijn kroon heeft hij afgezet. Deze koning verachtte vrouwen, tot het moment dat hij haar zag en op slag verliefd werd. Hij zwoer dat hij haar zijn koningin zou maken. Burne-Jones schilderde het moment waarop de liefde klasseverschillen en alle redelijkheid overstijgt. Edward Burne Jones geloofde dat kijken (waarnemen) een transformerende kracht heeft: hij beschreef ogen als 'ramen van de ziel'. De voorstelling past door het thema (waarin klasseverschillen wegvallen) ook bij het socialisme van William Morris, met wie hij bevriend was.
hoe ging het verder?
afbeeldingen op Pinterest:
Prerafaeliëten
William Holman Hunt
Dante Gabriël Rossetti
John William Waterhouse
Edward Burne Jones
Frederic Leighton